Nieuws

De procedure voor het terugvragen van BTW op oninbare vorderingen wordt versoepeld

Per 1 januari 2017 is er een nieuwe regeling voor teruggaaf van BTW op oninbare vorderingen.

Het doel van deze regeling is om de procedure voor BTW-teruggaaf te vereenvoudigen en ondernemers sneller zekerheid te geven over deze teruggaaf.

De huidige regels worden als tijdrovend en ingewikkeld ervaren.

De 4 belangrijkste punten uit de nieuwe regeling zijn:

  1. Het recht op teruggaaf ontstaat als de vergoeding één jaar na opeisbaarheid nog niet is ontvangen. Het recht op teruggaaf kan nooit later dan één jaar na opeisbaarheid ontstaan. Dit betekent dat wanneer de BTW over een later tijdvak wordt teruggevraagd dan het tijdvak waarin de één-jaarstermijn is geëindigd, het verzoek om teruggaaf niet tijdig is en de teruggaaf door de Belastingdienst kan worden geweigerd. Houd daarom de één-jaarstermijn scherp in de gaten. Als reeds voor het einde van de één-jaarstermijn is komen vast te staan dat de factuur niet zal worden betaald, dan ontstaat het recht op teruggaaf op dat eerdere moment. Wat betreft het tijdstip waarop de vergoeding opeisbaar is, moet worden uitgegaan van de uiterste betaaldatum, zoals die is opgenomen in de overeenkomst of algemene voorwaarden. Als deze datum daarin niet is opgenomen, dan geldt de wettelijke betaaltermijn, in beginsel gelijk aan 30 dagen na ontvangst van de factuur. 
  2. Het bedrag van de teruggaaf moet via de periodieke BTW-aangifte worden geclaimd.
    Een afzonderlijk verzoek tot teruggaaf is niet meer nodig. Het is op dit moment ook nog onduidelijk op welke wijze de BTW in de aangifte moet worden opgenomen. Wij verwachten dat het bedrag eenvoudigweg in mindering kan worden gebracht op de af te dragen BTW (rubriek 1 van de BTW-aangifte) dan wel dat een nieuwe rubriek wordt opgenomen.
  3. Als een oninbare vordering later alsnog (deels) wordt voldaan, dan wordt de daarmee corresponderende BTW opnieuw (deels) verschuldigd op het moment van de betaling.
  4. Door een overgangsregeling zullen de nieuwe regels ook gelden voor opeisbare vorderingen van vóór 1 januari 2017, met dien verstande dat de termijn van één jaar begint te lopen op 1 januari 2017.

 

Advies: houd in uw administratie goed bij welke facturen na de overeengekomen betalingstermijn nog niet zijn betaald, anders verspeelt u wellicht een BTW-teruggaaf waar u recht op heeft!